Een kind heeft mucoviscidose als het 2 afwijkende mucogenen erft: 1 van elke ouder.
Als de baby maar 1 afwijkend mucogen overerft, is het drager. Dragers van mucoviscidose zijn gezond en hebben geen behandeling nodig. Ongeveer 1 op 30 personen in België zijn drager van mucoviscidose.
Opsporen van dragerschap is niet het doel van het bevolkingsonderzoek maar het is ook niet te vermijden omdat er in de screening een gerichte DNA-analyse gebeurt.
Als de baby drager is van mucoviscidose, is het eigenlijk gezond. Dragers kunnen de fout in het mucogen wel doorgeven aan hun eigen kinderen. Het is dus belangrijk om het kind later in het leven te vertellen dat het drager is van het mucogen. Het betekent ook dat minstens één van beide ouders van het kind ook drager is. Bij een volgende zwangerschap is er dan opnieuw een risico op ziekte of dragerschap. Bij kinderwens is advies in een genetisch centrum aangewezen. Dit wordt best met een arts besproken.
Algemene vragen
Deelname
De Screening
Het resultaat
Bijkomend onderzoek en behandeling
Privacy en registratie van gegevens
Screening SMA
Mucoviscidose