Bloedkaartje en bloedafname

Het kaartje voor de staalafname bestaat uit drie delen: het deel met het filterpapier, het deel met alle gegevens over de baby en een afscheurstrookje. Het afscheurstrookje bevindt zich onderaan. Het wordt afgescheurd en aan de ouders gegeven.

Het middenste deel biedt ruimte voor alle informatie die de organisatie met terreinwerking nodig heeft om de bloedstalen snel en accuraat te laten analyseren.

Het bovenste deel met het filterpapier heeft vijf cirkels voor het opvangen van bloeddruppels.

De foto’s illustreren hoe een bloedafname correct verloopt.

  • Ontsmet de zone waarin je wilt prikken en laat de alcohol verdampen.
  • Bij het prikken mag de zone niet meer gecontamineerd zijn met alcohol of een handcrème.
  • Raak het filterpapier niet aan. Ook niet met handschoenen.
  • Prik bij voorkeur in de handrug. Kan dat niet, prik dan in de hiel.
  • Vul de cirkels op het bloedkaartje vanaf de achterzijde. Zorg ervoor dat het bloed aan beide zijden zichtbaar is.
  • Vul alle vijf de cirkels.
  • Laat het kaartje minstens 1 uur op een steriele plaats aan de lucht drogen.

Als het kaartje droog is, kan het in een envelop naar de organisatie met terreinwerking worden gestuurd. Dat moet zo snel mogelijk gebeuren. Stuur alle kaartjes van één dag nog diezelfde dag op.

De organisatie met terreinwerking staat in voor de eerste controle. Van elk kaartje wordt gecontroleerd of alle gegevens zijn ingevuld en of de bloedafname goed is gebeurd. Is dat niet het geval, dan wordt dit aan de materniteit meegedeeld. Als de bloedafname niet correct verliep, worden de ouders door de materniteit verwittigd en is een nieuwe prik vereist.

Als alles in orde is, worden alle gegevens van de baby in het labosysteem ingevoerd. Uit het bloedkaartje worden rondjes met een diameter van 3 mm geponst. De achttien aangeboren aandoeningen worden met verschillende technieken opgespoord. Sommige aandoeningen worden opgespoord met antilichamen, andere met een enzymatische bepaling en andere op basis van chemische structuur door bepaling van massa en lading. Analyse van de genetische structuur van 2 specifieke genen (CFTR voor mucoviscidose en SMN1 voor SMA) is een techniek die recenter werd toegevoegd.

De meeste analyses nemen 24 tot 48 uur in beslag. Daarna worden de resultaten beoordeeld. Als een resultaat licht of sterk afwijkend is, wordt de analyse met hetzelfde bloedkaartje meteen drie keer herhaald. Sommige analyses verlopen in twee stappen (bijvoorbeeld eerst techniek met antilichamen (ELISA-Immunofluorescentie) en als dit afwijkend is daarna analyse van 1 gen voor mucoviscidose). Analyses in 2 stappen kosten iets meer tijd, tot een week.

De prik wordt minstens 48 en hoogstens 96 uur na de geboorte uitgevoerd. Laat het bloedkaartje een uurtje op een steriele plaats drogen, gewoon aan de lucht. Daarna moet het zo snel mogelijk in een voorgedrukte envelop naar één van de twee organisaties met terreinwerking worden gestuurd. Naar welke precies, hangt af van het werkingsgebied waartoe de materniteit of huisarts behoren. In het laboratorium van de organisatie met terreinwerking wordt de kwaliteit van staalafname gecontroleerd. Het staal wordt vervolgens binnen de 48 uur geanalyseerd.

Bij een sterk afwijkend resultaat wordt de verantwoordelijke kinderarts telefonisch op de hoogte gebracht, waarna het resultaat ook met de post wordt verstuurd. Bij een licht afwijkend resultaat ontvangt de behandelende arts een brief.

IK BEN IN
GOEDE HANDEN