Methylmalonacidemie (MMA) is een zeldzame, erfelijke stofwisselingsziekte. Met ‘stofwisseling’ wordt de aanmaak en de afbraak van stoffen in ons lichaam bedoeld. Dat is nodig voor de opbouw van weefsels, zoals spieren, botten en organen en voor het vrijmaken van energie. Deze aanmaak en afbraak verlopen in verschillende aparte stappen. Voor elke stap is er meestal een specifiek enzym dat ervoor zorgt dat de stap kan doorgaan. Als zo’n enzym niet goed werkt, biochemische afwijking, blokkeert de stofwisseling op die stap, wat aanleiding kan geven tot een stofwisselingsziekte.
Bij patiënten met MMA is er een stoornis in de afbraak van bepaalde aminozuren als gevolg van een defect in het enzym methylmalonyl-CoA mutase of in het metabolisme van de cofactor adenosylcobalamine (vitamine B12). Daardoor kunnen de aminozuren valine en isoleucine niet goed door het lichaam van MMA-patiënten worden verwerkt. Aminozuren zijn de bouwstenen van eiwitten. Eiwitrijke voeding, zoals vlees, vis, zuivelproducten bevatten dus veel valine en isoleucine.
MMA is zeldzaam, maar de meest voorkomende organische acidemie in onze bevolking: voorkomen in Vlaanderen is 1:40.000-1:50.000 pasgeborenen.
Diagnose
De diagnose wordt gesteld op het acylcarnitineprofiel (verhoogd C3-acylcarnitine) op gedroogd bloed en door meting van de organische zuren in urine. DNA-analyse zorgt voor aantonen van het precieze defecte gen. Eventueel kan bij twijfel de restactiviteit van het enzym gemeten worden in witte bloedcellen, maar meestal zijn daarvoor fibroblasten nodig (stukje huid dient dan afgenomen te worden).
Het acylcarnitineprofiel in een gedroogd bloedspotje geeft de diagnose in stabiele omstandigheden in de neonatale periode, en tijdens decompensatie op latere leeftijd. De techniek die hiervoor aangewend wordt is de tandem-massaspectrometrie.
Verloop van de ziekte
Vaak leidt de ziekte al enkele dagen na de geboorte tot een belangrijke acute ontregeling van de stofwisseling en sterke verhoging van het schadelijke methylmalonzuur in bloed en weefsels. Er treedt een verzuring op van het bloed en door het methylmalonzuur stijgen ook andere schadelijke stoffen zoals ammoniak. Dit alles veroorzaakt dat de baby slecht drinkt, suf wordt tot comateus, abnormale bewegingen vertoont, en epileptische aanvallen krijgt met risico op blijvende hersenschade of overlijden. Bij kinderen die deze eerste ontregeling van de stofwisseling overleven kunnen laattijdige verwikkelingen optreden zoals vertraagde lengtegroei, osteoporose (“zwak, breekbaar bot”), bewegingsstoornissen, intellectuele handicap en nierproblemen.
Bij mildere vormen treden de acute symptomen later op, vooral bij infecties met verminderd eten of braken.
Behandeling
De behandeling bestaat typisch uit een dieet waarin natuurlijk voedingseiwit beperkt wordt, aangevuld met supplementen via een aminozuurmengsel (zonder valine en isoleucine). Daarnaast zijn supplementen L-carnitine nodig.
Dit dieet zal samen worden opgesteld met de metabole arts en diëtist. Het is sterk afhankelijk van de bloedwaarden. Het advies is om dit dieet het hele leven aan te houden.
Sommige kinderen reageren goed op supplementen van vitamine B12.
Bij ziekte en verminderde voedselinname wordt het dieet aangepast (verdere vermindering van eiwit en verhoging van koolhydraten), en soms kan opname voor toediening van een infuus nodig zijn.
MMA is erfelijk
MMA is een autosomaal recessieve aandoening. Dit betekent dat beide ouders van een kindje met MMA drager zijn van de ziekte (of de ziekte zelf hebben). In de figuur hieronder wordt dit uitgebeeld.
Kinderen krijgen vrijwel alle erfelijke eigenschappen in tweevoud, namelijk een kopie van de moeder en een kopie van de vader. Iemand die 1 afwijkende kopie heeft gekregen van de vader of de moeder, wordt een drager genoemd. Dragers van de ziekte zijn nooit ziek.
Krijgt het kind echter twee afwijkende kopies, dus eentje van de vader en eentje van de moeder, dan is het kindje ziek.
Indien jullie allebei drager zijn, dan is er 1 kans op 4 dat het kindje de ziekte zal hebben. U kunt steeds meer informatie krijgen over erfelijkheidsadvies bij de Centra voor menselijke erfelijkheid.