Maple Syrup Urine Disease (MSUD)

Maple syrup urine disease (MSUD) of leucinose is een zeldzame erfelijke stofwisselingsziekte. Met ‘stofwisseling’ wordt de aanmaak en de afbraak van stoffen in ons lichaam bedoeld.  Deze aanmaak en afbraak verlopen in verschillende aparte stappen. Voor elke stap is er meestal een specifiek enzym dat ervoor zorgt dat de stap kan doorgaan. Als zo’n enzym niet goed werkt, biochemische afwijking, blokkeert de stofwisseling op die stap, wat aanleiding kan geven tot een stofwisselingsziekte.

Bij MSUD worden de aminozuren (bouwstenen van eiwitten) leucine, isoleucine en valine niet goed afgebroken. Dat komt door een deficiëntie van het enzymcomplex vertakte-keten-ketozuur dehydrogenase. Leucine, isoleucine en valine komen voor in eiwitten uit de voeding (onder andere in vlees, vis en zuivelproducten). Normaal worden deze aminozuren in het lichaam gebruikt om weefsels op te bouwen of ze worden omgezet in andere stoffen. Het defect in vertakte-keten-ketozuur dehydrogenase leidt tot een teveel aan leucine, isoleucine en valine in het lichaam. Vooral leucine veroorzaakt schade, met name aan de hersenen.

MSUD is een goed te behandelen ziekte. Daarom is het belangrijk de ziekte zo snel mogelijk op te sporen.

Het is een zeldzaam voorkomende stofwisselingsziekte met een voorkomen van minder dan 1:100.000 pasgeborenen in Vlaanderen.

Diagnose

De diagnose wordt gesteld op het aminozuren-profiel op gedroogd bloed en bevestigd door een verhoging van bepaalde aminozuren (leucine, isoleucine en valine) en ook van allo-isoleucine in plasma. Een profiel van specifieke afbraakstoornissen (ketozuren) in de organische zuren analyse van de urine ondersteunt de diagnose. DNA-analyse geeft verdere bevestiging. Eventueel kan de restactiviteit van het enzym gemeten worden in witte bloedcellen en/of in fibroblasten (huidbiopt).

Het aminozurenprofiel in een gedroogd bloedspotje geeft de diagnose in stabiele omstandigheden in de neonatale periode, en tijdens decompensatie op latere leeftijd. De techniek die hiervoor aangewend wordt is de tandem-massaspectrometrie.

Verloop van de ziekte

Een kind met MSUD lijkt gezond bij de geboorte. Bij de ernstige vorm ontstaat er enkele dagen na de geboorte zonder behandeling een sterke verhoging van de aminozuren door de afbraak van de eiwitten in het eigen lichaam. Hierdoor begint de baby slechter te drinken. Vervolgens kan de baby suf worden en epileptische aanvallen of abnormale bewegingen krijgen. Zonder behandeling treedt er belangrijke hersenbeschadiging op en kan de baby overlijden.

Er bestaan ook mildere vormen die pas later beginnen of enkel tot uiting komen bij periodes van minder eten, braken of ziekte. Deze vormen geven zonder behandeling eveneens aanleiding tot hersenbeschadiging en intellectuele handicap of psychiatrische problemen.

MSUD heeft een daarentegen een goede prognose indien de behandeling voor het einde van de eerste levensweek wordt gestart.

Behandeling

Een levenslang aangepast dieet met een beperking van de vertakte keten aminozuren en supplementen van de andere aminozuren is de behandeling. Dit dieet voorkomt een schade aan de hersenen. Het advies is om dit dieet gedurende het gehele leven aan te houden. Kinderen en volwassenen met MSUD worden hierin begeleidt door de artsen en diëtist. Daarnaast wordt vaak ook een supplement gegeven dat L-carnitine bevat. Indien het kind ziek wordt, moet er extra energie worden gegeven in de vorm van suikers. Als inname via de mond tijdens ziekte niet voldoende is, dient het kind opgenomen te worden in het ziekenhuis voor het toedienen van een infuus.

MSUD is erfelijk

MSUD is een autosomaal recessieve aandoening. Dit betekent dat beide ouders van een kindje met MSUD drager zijn van de ziekte (of de ziekte zelf hebben). In de figuur hieronder wordt dit uitgebeeld.

Kinderen krijgen vrijwel alle erfelijke eigenschappen in tweevoud, namelijk een kopie van de moeder en een kopie van de vader. Iemand die 1 afwijkende kopie heeft gekregen van de vader of de moeder, wordt een drager genoemd. Dragers van de ziekte zijn nooit ziek.

Krijgt het kind echter twee afwijkende kopies, dus eentje van de vader en eentje van de moeder, dan is het kindje ziek.

Indien je allebei drager bent, dan is er 1 kans op 4 dat het kindje de ziekte zal hebben. Je kunt steeds meer informatie krijgen over erfelijkheidsadvies bij de Centra voor menselijke erfelijkheid.